De 3 minst gebruikte zintuigen
13 april 2015 | Categorie: Verhalen makenStel dat je collega enorm lekker ruikt. Moet je je voorstellen, dat je in vervoering raakt, daar bij de koffiemachine op kantoor.
Je haalt stiekem een diepe lading van die opwekkende geur naar binnen. Oh, wat lekker. Wat een overheerlijke lentefrisse lucht van een spring-in-het-veld. Je voelt je hormonen wakker worden. De prettige tinteling in je buik. Langzaam raak je verdoofd. De geluiden om je heen sterven weg terwijl je ogen fixeren op de zachte huid voor je. Die nek, vanwaar de feromonen jouw kant op stromen. Je verdwijnt in het niets. In het rustige niets waar de zonnestralen zachtjes en warm op je oogleden schijnen. Je inhaleert nog een keer in de hoop nog meer verrukkelijks op te snuiven. Maar je neus moet nu moeite doen om de zwakke geur nog te pakken te krijgen.
“Wil jij ook nog koffie, of zal ik maar eerst gaan?” tikt de collega achter je op je schouder. Hij kijkt je vreemd aan.
Zucht.
Je doet drie stappen naar voren en tapt je koffie. Ach, dat ruikt óók lekker.
Als we een verhaal vertellen, dan richten we ons vaak op de gebeurtenissen, op de feiten. Als je je toehoorder wilt boeien, zul je meer moeten doen. Je moet iets herkenbaars hebben, waardoor je luisteraar zich kan inleven.
Gebruik daarvoor eens je zintuigen. Als er iets is dat we hetzelfde hebben, dan zijn het onze zintuigen waarmee we de wereld ervaren. Gebruik daarom natuurlijk wat je ziet en hoort. En als je écht wilt bewegen, vertel dan wat je ruikt, proeft en voelt!