Hoe kun je een verhaal vertellen in 28 seconden?
3 november 2021 | Categorie: Persoonlijke verhalen, Verhalen makenIk was veel te stoer in de storytelling-training
‘In elk verhaal zit een probleem,’ vertelde ik de cursisten.
Sanne schudde haar hoofd. ‘Nou, in het mijne niet. Ik zie ‘m niet.’
‘Jawel hoor, het probleem zit ergens verstopt. Vertel je verhaal eens,’ antwoordde ik resoluut.
En daar ging ik de fout in
Even terugspoelen. We hadden een improvisatie-oefening gedaan, waarbij willekeurige woorden door associatie voorbij komen. Het idee is dat je herinneringen oproept bij die woorden.
Appel. Taart. Slagroom. Wit. Sneeuw. Winter. Opa en Oma. Sigaar. Vuur. Vakantie.
“Erik heeft een vlotte, veilige en humoristische manier om je binnen de kortste keren een écht pakkend verhaal te laten vertellen. En leert je daarbij, niet onbelangrijk, te benadrukken wat de boodschap is die je uiteindelijk met je verhaal over wilt brengen. Kortom: een aanrader!”
(Kaat Vink, calamiteitenonderzoeker)
Sanne was aangeslagen op Opa en Oma en begon te vertellen
‘Toen ik nog klein was, ging ik heel vaak logeren bij mijn opa en oma. Alleen, want mijn broer wilde nooit mee en bleef thuis bij mijn ouders. Ik vond het altijd heel fijn en warm bij oma thuis, vooral in de winter. In mijn pyjama voelde ik dan de heerlijke warme gloed van de gaskachel in de woonkamer. Ik ging er altijd vlak voor zitten, zodat ik rode wangen kreeg van de stralen. Oma bracht me dan vaak iets lekkers, en kwam bij me zitten, terwijl opa in de schuur aan het knutselen was.’
Ik zag het voor me. Een lieflijk beeld. En daar zat ik mee in mijn maag want we hoorden inderdaad geen probleem, dilemma of worsteling.
Maar… in elk verhaal zit toch een probleem, Erik?
Precies. Daarom moest en zou ik het probleem vinden in dit verhaal!
Poging 1.
‘Sanne, vertel eens, dat je broer thuis bleef. Waarom was dat?’
‘Och, hij bleef gewoon liever thuis om met vriendjes te spelen.’
Poging 2.
‘Okee, en waarom wilde je zo vaak naar je opa en oma? Had jij thuis dan geen vriendinnetjes?’
‘Jawel hoor. Die zag ik wel op andere dagen.’
Poging 3.
‘Hmm. En opa dan, was die dan altijd in de schuur? Hoe ging het tussen die twee?’
‘Oh, heel goed hoor. Ze lieten elkaar gewoon lekker de ruimte.’
Ik gaf het op
In dit verhaal kon ik met de beste wil van de wereld geen probleem vinden. Sanne had gelijk. Ik had veel te stoer gezegd dat ik het wel even voor haar zou vinden. Wat nu?
Eigenlijk wist ik het allang, maar was té gefocust op het probleem. Het is okee als er geen probleem in het verhaal zit…
Er zijn namelijk 2 soorten verhalen
a) Verhalen mét een probleem. Die hebben de gebruikelijke opbouw:
- Introductie: Wie is de hoofdpersoon, en hoe zit diens gewone leventje eruit?
- Probleem: Waar loopt hij of zij tegenaan? Welk obstakel moet er overwonnen worden?
- Over de streep: De hoofdpersoon wil het oplossen, en ontmoet tegenstand en/of hulp
- Oplossing: Uiteindelijk lukt het en is het probleem overwonnen
- Afloop: Alles komt weer tot rust en ‘ze leefden nog lang en gelukkig’
b) Beeldverhalen. Er gebeurt niet echt iets spannends, maar het beeld zelf zegt veel. Bijvoorbeeld:
- De wandeltocht brengt je naar de top van de berg, met een prachtig uitzicht. Je voelt je geweldig!
- Je kijkt naar links, naar de liefde van je leven, die in gedachten verzonken achter het stuur zit.
- Het aanrecht staat bomvol vieze gestapelde borden waar het bestek uitsteekt. Een wolk fruitvliegjes dwarrelt rond de klodders ketchup. 7 lege kratten Heineken in de hoek.
- Met opgetrokken knieën in je pyjama eet je bij de gaskachel van oma een chocoladekoekje.
Het beeldverhaal is óók krachtig
In het oma-verhaal zit geen dieptepunt, hoogtepunt of ommekeer. Het is een schilderij van een moment, met al z’n kleuren en geuren. Wij als luisteraar kunnen het helemaal voor ons zien. Het warme gevoel van geborgenheid herkennen we (hopelijk) uit onze eigen kindertijd. Die identificatie met Sanne en haar gevoel maakt dat we ons met haar verbinden en graag meereizen in haar herinnering.
Het beeldverhaal vertelt óók een boodschap
Als je je beeld hebt geschilderd, kun je gemakkelijk de link leggen met de zakelijke boodschap die je ermee wilt uitdragen. Je zou kunnen zeggen: ‘Hoe is het eigenlijk in ons bedrijf? Voel jij je hier ook geborgen? Krijg je de aandacht die je nodig hebt?’
Of andersom: ‘Nu ik oma weer voor me zie, besef ik dat ik net als oma kan zijn. Ik ben echter veel te druk met m’n projecten. Laten we meer aandacht aan elkaar geven, meer naar elkaar luisteren.’
Het beeldverhaal kun je in 30 seconden vertellen
Een ‘echt’ verhaal met een spanningsboog duurt al gauw 2 tot 4 minuten. Een beeldverhaal heeft daarentegen weinig woorden nodig heeft. In een gesprek, een vergadering of presentatie is altijd tijd voor een beeld.
Werk aan je storytelling-skills
Hoe bedreven ben jij in het vinden van het juiste verhaal?
Weet je zeker dat je alle essentiële elementen erin hebt, waardoor het een krachtig verhaal is?
Ben je al eens gecoacht door een storyteller waardoor je een boeiende verteller bent geworden?