Presenteren is weer leuk met deze 3 tips
8 juni 2016 | Categorie: Boeiend spreken
“Volgende week is de medewerkers-bijeenkomst. Wil jij wat vertellen over je project?”
Nee, natuurlijk wil je dat niet!
Je vindt het vreselijk.
Een presentatie geven.
Moet dat echt?
Je voelt al spanning als je eraan dénkt…
Lichamelijke gevolgen van spreekangst
- Zwetende handen.
- Droge mond.
- Rode vlekken in de hals.
- Trillende microfoon.
- Onrustig heen en weer lopen.
En ondertussen is het publiek in een winterslaap gevallen.
Tja, een presentatie geven…. soms moet het echt.
En toch kan presenteren leuk zijn. Hoe je dat doet? Nou, begin eens met anders te denken. Even een paar gedachten die je nu echt eens moet loslaten.
Denkfout 1: “Het publiek gaat me verslinden”
Vraag je af met welk idee het publiek is gekomen. Neem nou de collega’s op de medewerkersbijeenkomst. De meesten zijn dolblij dat zij niet in jouw plaats hoeven te staan. Of ze hebben dat al eens eerder gedaan en weten hoe verschrikkelijk het is. Ze kennen de plankenkoorts. De kans is groot dat ze respect voor je hebben en vanuit hun hart gewoon willen dat jouw presentatie een succes is. Ze staan primair in een positieve stand. Hou dat opbouwende gevoel vast.
Last van spreekangst? Volg de workshop “Presenteren zonder Angst”.
Denkfout 2: “Was het maar vast voorbij”
Het is belangrijkste is dat de spreekangst je niet in de zend-modus krijgt. Je kent dat vast wel: dia-na-dia doorklikken, bullets voorlezen en snel naar het einde toewerken. Je bent vooral bezig met haastig uitzenden. Door snel te praten duurt de ellende maar kort en kun je weer gaan zitten. Toch?
Probeer eens het volgende. Doe kalm aan. Voor je begint zet je de beamer op zwart (druk op “b” of “z”). Kijk de zaal in, en zeg niets. De mensen zullen stil worden. Ze wachten nieuwsgierig in volle aandacht naar wat er gaat komen. Hun positieve grondhouding wordt alleen maar positiever.
Ja, dit klinkt eng. Klopt. Dat was leren fietsen ook. Nog altijd ben je blij dat je toen hebt doorgezet. Dat zul je ook zijn als je dit een keer geprobeerd hebt.
Denkfout 3: “Ze vinden het niks, dat zie ik zo”
Je merkt dat niemand lacht. Iemand kijkt naar de grond. Twee zitten te kletsen. Er loopt zelfs iemand weg!
Dat zijn signalen die je gauw negatief interpreteert: ze vinden er niks aan. Mijn ervaring is dat je dat niet mag stellen. Let maar eens op als je zelf bij een presentatie zit. Als je aandachtig luistert dan lach je niet. En je kijkt soms even naar je voeten omdat je nadenkt over wat je net hoorde. Soms reflecteer je met je buurvrouw (“ja, klopt, dat hadden we laatst ook bij dat klantoverleg, weet je nog?”). En soms ben je vergeten vooraf naar het toilet te gaan en hou je het niet langer.
Kortom: weinig of geen reactie kan van alles betekenen. Probeer je er dan ook niet door van de wijs te laten brengen. Of nog beter, nodig de mensen uit om wél te reageren. Maak het interactief door te vragen naar hun ervaringen, ze te laten meedenken over oplossingen of stop er een geinige quiz in. Dat is voor jou heerlijk én voor het publiek.
Kortom: spreekangst is niet nodig. Presenteren is hartstikke leuk als je eenmaal je spanning voorbij bent. Probeer deze tips eens uit en vertel je ervaring ermee. Heb jij zelf nog meer tips? Maak de andere lezers er blij mee!